dichtheid

Nederlands

Uitspraak

Geluid: dichtheid (hulp, bestand)

Woordafbreking

dicht·heid

Woordherkomst en -opbouw

Afgeleid van dicht met het achtervoegsel -heid.

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	dichtheid	dichtheden
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

dichtheid v [1]

(maatschappelijk); compactheid
(natuurkunde) (scheikunde) grootheid voor aantal eenheden per lengte, oppervlak of inhoud
het dicht zijn (d.w.z. zonder gaten) zoals bij kierdichtheid

Synoniemen

consistentie, densiteit, dikte

Hyponiemen

adresdichtheid, bevolkingsdichtheid, garendichtheid, kierdichtheid, kijkdichtheid, knoopdichtheid, ladingdichtheid, ladingsdichtheid, luisterdichtheid, magnetische fluxdichtheid, stroomdichtheid

Synoniemen

[2] soortelijk gewicht, soortelijke massa

Vertalingen

1. compactheid

Duits: Dichte ^(de) v
Engels: density ^(en), compactness ^(en)
Frans: densité ^(fr) v

Papiamento: densidat
Spaans: densidad ^(es) v

Gangbaarheid

Het woord dichtheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'dichtheid' herkend door:

100 %	van de Nederlanders;
100 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

Zie Wikipedia voor meer informatie.

Verwijzingen

Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.