depressie
Nederlands
Woordafbreking
- de·pres·sie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘gedruktheid’ voor het eerst aangetroffen in 1720 [1]
- afgeleid van pressie met het voorvoegsel de-
- afgeleid van het Franse dépression of daarvoor van het Latijnse 'dēpressio'
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | depressie | depressies |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
depressie v
- (medisch) ziekelijke neerslachtigheid
- - Ze had na de geboorte van haar zoon een postnatale depressie.
- - Ook de tragische ondergang van de jaren 60-generatie, wanneer steeds meer muzikanten dood neervallen of wegzinken in depressie, is scherp getroffen. Vooral de ondergang van The Band doet pijn aan je ogen.[2]
- (meteorologie) gebied met lage luchtdruk
- Morgen trekt een depressie over ons land.
- (economie) langdurige inzinking in de economische ontwikkeling
- De aanhoudende recessie lijkt het karakter van een depressie aan te nemen.
- (aardrijkskunde) relatief laaggelegen gebied
- (medisch) verminderde functie
- Morfine kan een ademhalingsdepressie veroorzaken.
Hyponiemen
- ademhalingsdepressie, eilanddepressie, oceaandepressie, post-partumdepressie, stormdepressie, winterdepressie, zomerdepressie
Afgeleide begrippen
- depressieactiviteit, depressief, depressiefractuur, depressiegebied, depressiejaar, depressiemeter, depressietoestand
Vertalingen
1. ziekelijke neerslachtigheid
|
|
2. gebied met lage luchtdruk
3. langdurige inzinking in de economische ontwikkeling
Gangbaarheid
- Het woord depressie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'depressie' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.