decoreren
Nederlands
Woordafbreking
- de·co·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘versieren’ voor het eerst aangetroffen in 1791 [1]
- afgeleid van het Franse décorer met het achtervoegsel -eren [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
decoreren |
decoreerde |
gedecoreerd |
zwak -d | volledig |
naamwoord van handeling | |
---|---|
zelfstandig | bijvoeglijk |
decoratie |
Werkwoord
decoreren
- overgankelijk methoden en technieken gebruikt om bouwwerken, meubels of andere objecten te verfraaien
- overgankelijk een ridderorde verlenen
Vertalingen
1. methoden en technieken gebruikt om bouwwerken, meubels of andere objecten te verfraaien
Gangbaarheid
- Het woord decoreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'decoreren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.