cultivar

Catalaans

stamtijd
tegenw.
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
cultivo cultivava cultivat
1e vervoeging volledig

Werkwoord

cultivar

  1. verbouwen (van grond)
  2. kweken, telen, cultiveren
  3. ontwikkelen, vormen, cultiveren


Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: /kul.tiˈβaɾ/
Woordafbreking
  • cul·ti·var
stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
cultivar
cultivaba
cultivado
volledig

Werkwoord

cultivar

  • overgankelijk
  1. bebouwen, verbouwen, bewerken (van grond)
  2. kweken, telen (van planten)
  3. beoefenen (van wetenschap)
  4. cultiveren, ontwikkelen, vormen
  5. koesteren, onderhouden, in ere houden
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.