bewerken
Nederlands
Woordafbreking
- be·wer·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bewerken |
bewerkte |
bewerkt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
bewerken
- overgankelijk veranderen om iets voor een of ander doel geschikt te maken
- Het ijzer werd eerst bewerkt in de fabriek.
- overgankelijk, (informatica) een bestand of map wijzigen om voor een ander doel geschikt te maken
- Klik rechts op het bestand om het met een programma te kunnen bewerken.
- proberen iemand van mening laten veranderen
- De politicus probeerde de studenten te bewerken.
- iets met een mes anders maken
- Deze stoel had fraai bewerkte poten.
Anagrammen
- beenwerk
Vertalingen
1. veranderen om iets voor een of ander doel geschikt te maken
2. een bestand of map wijzigen om voor een ander doel geschikt te maken
4. iets met een mes anders maken
Gangbaarheid
- Het woord bewerken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bewerken' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.