koesteren
Nederlands
Woordafbreking
- koes·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘verwarmen, vertroetelen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1546 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
koesteren |
koesterde |
gekoesterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
koesteren
- overgankelijk iets geliefds nauw aan het hart houden
- Hij koesterde zijn geliefde op innige wijze.
Vertalingen
1. iets geliefds nauw aan het hart houden
Gangbaarheid
- Het woord koesteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'koesteren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.