verbouwen
Nederlands
Woordafbreking
- ver·bou·wen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
verbouwen |
verbouwde |
verbouwd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
verbouwen
- overgankelijk anders bouwen
- Het huis werd totaal verbouwd.
- overgankelijk planten telen
- De verbouwde bieten zaten barstensvol suiker.
Vertalingen
1.anders bouwen
2.planten telen
Gangbaarheid
- Het woord verbouwen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'verbouwen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.