conflict
Nederlands
Woordafbreking
- con·flict
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘onenigheid’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1658 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | conflict | conflicten |
verkleinwoord | conflictje | conflictjes |
Zelfstandig naamwoord
conflict o
- meningsverschil, botsing tussen partijen die onverzoenlijke doelstellingen nastreven
- onverenigbaarheid (vgl. bewerkingsconflict)
Hyponiemen
|
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord conflict staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'conflict' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.