conductor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • con·duc·tor
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engelse conductor
  • Naamwoord van handeling van het Franse conduire (met het achtervoegsel -or) [1]
  • afgeleid van het Latijnse 'conductor' (met het voorvoegsel con-)
enkelvoud meervoud
naamwoord conductor conductoren
conductors
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

conductor m [2]

  1. (elektrotechniek) geleider (voor elektriciteit)
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord conductor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
80 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
conductor conductors

Zelfstandig naamwoord

conductor

  1. (muziek) dirigent
  2. (natuurkunde) geleider
  3. (beroep) conducteur

Spaans

enkelvoud meervoud
conductor conductores

Zelfstandig naamwoord

conductor m

  1. (natuurkunde) geleider
  2. bestuurder van een auto
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.