compressor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • com·pres·sor
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord compressor compressoren
compressors
verkleinwoord compressortje compressortjes

Zelfstandig naamwoord

compressor m [1]

  1. (motortechniek) toestel om gassen samen te persen, gascompressor
  2. (elektronica) apparaat om de dynamiek van een geluid te reduceren, signaalcompressor
  3. (informatica) software om de grootte van een computerbestand te reduceren, datacompressor
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • compressorrotor, compressorveer
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord compressor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.