combine
Nederlands
![](../I/m/Claas-Lexion-570-2.jpg)
2. maaidorsmachine
Uitspraak
v samenwerkingsvorm:
m/v landbouwmachine:
Woordafbreking
- v: com·bi·ne
- m/v: com·bine
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘maaidorser’ voor het eerst aangetroffen in 1940 [1]
- v: van Frans combine[2][3]
- m/v: van Engels combine[4][5]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | combine | combines |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
combine v
- (sport) groep wielrenners die tijdens een koers samenwerken om hun meest gevreesde tegenstanders in te halen of voor te blijven
- groep mensen, partijen of bedrijven die samen een aan een gedeeld belang werken
Zelfstandig naamwoord
combine m/v
- (landbouw) landbouwmachine die granen en zaden bij het oogsten in een keer maait, dorst en zeeft
Gangbaarheid
- Het woord combine staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'combine' herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
84 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "combine" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- combine op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- combine op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
Engels
Woordherkomst en -opbouw
- [werkwoord]: van Frans combiner
- [zelfstandig naamwoord]: (verkorting) combine harvester "gecombineerde oogstmachine"
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to combine |
he/she/it | combines |
verleden tijd | combined |
voltooid deelwoord |
combined |
onvoltooid deelwoord |
combining |
gebiedende wijs | combine |
Zelfstandig naamwoord
combine
- combine, landbouwmachine die granen en zaden bij het oogsten in een keer maait, dorst en zeeft
Frans
Woordherkomst en -opbouw
- van Frans combiner
Zelfstandig naamwoord
combine v
- (spreektaal) truc, foefje, list
- «A l'époque, on avait nos combines.»
- We hadden toen zo onze trucjes. [1]
- «A l'époque, on avait nos combines.»
- opzetje, stiekem plan
- (spreektaal) onderjurk [1]
Spaans
Werkwoord
vervoeging van |
---|
combinar |
combine
- aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van combinar
- aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van combinar
- gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van combinar
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.