citer

Citer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ci·ter
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘snaarinstrument’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord citer citers
verkleinwoord citertje citertjes

Zelfstandig naamwoord

citer v/m

  1. (muziekinstrument) een snaarinstrument dat voornamelijk gebruikt wordt in het Duitstalige deel van Europa
Hyperoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord citer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
74 %van de Nederlanders;
53 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.