brekebeen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  brekebeen    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /ˈbre.kə.ˌben/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈbre.kə.ˌben/
Woordafbreking
  • bre·ke·been
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord brekebeen brekebenen
verkleinwoord brekebeentje brekebeentjes

Zelfstandig naamwoord

brekebeen m/v

  1. iemand die zwakke benen heeft en ze gemakkelijk breekt
  2. een erg onhandig persoon
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord brekebeen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
32 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.