bosgod

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bos·god
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bosgod bosgoden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bosgod m [1]

  1. (mythologie) halfgod die in de bossen woonde
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bosgod staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
84 %van de Nederlanders;
80 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.