bootschoen

Niet te verwarren met: bootsschoen

Een paar bootschoenen

Nederlands

Uitspraak

Geluid: bootschoen (hulp, bestand)
IPA: / ˈbotsxun /

Woordafbreking

boot·schoen

Woordherkomst en -opbouw

samenstelling van boot en schoen

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	bootschoen	bootschoenen
verkleinwoord	bootschoentje	bootschoentjes

Zelfstandig naamwoord

bootschoen m (meestal in het meervoud)

(schoeisel) een lichte soort van schoenen van zacht leer, ontwikkeld naar het voorbeeld van Indiaanse mocassins

Hyperoniemen

huisschoen
schoen

Verwante begrippen

mocassin

Vertalingen

1. een lichte soort van schoenen van zacht leer, ontwikkeld naar het voorbeeld van Indiaanse mocassins

Deens: sejlersko ^(da) g
Duits: Bootsschuh ^(de) m
Engels: boat shoe ^(en)

Spaans: náutico ^(es), zapato náutico ^(es)
Zweeds: seglarsko ^(sv) g

Gangbaarheid

Het woord 'bootschoen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.