mocassin
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: mocassin (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /'mɔkɑsɛː/, /'mɔkɑsɛ̃ː/
- (Limburg): /mokɑ'sæː/
Woordafbreking
- mo·cas·sin
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘indianenschoen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1847 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | mocassin | mocassins |
verkleinwoord | mocassinnetje | mocassinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
mocassin m
- een Noord-Amerikaans indianenschoeisel
- Omdat hij niet gewend was op mocassins te lopen, had hij op het schelpenpad wel wat last van zijn voeten.
- een leren lage schoen, zonder veters
Vertalingen
1. een Noord-Amerikaans indianenschoeisel
2. een leren lage schoen, zonder veters
Gangbaarheid
- Het woord mocassin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'mocassin' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.