boomstam
Nederlands
Woordafbreking
- boom·stam
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en stam
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomstam | boomstammen |
verkleinwoord | boomstammetje | boomstammetjes |
Zelfstandig naamwoord
boomstam m
- (bosbouw), (plantkunde) een rechtop gaande houten schacht van een boom
- De omgehakte boomstammen worden drijvend op de rivier vervoerd.
Vertalingen
1. een rechtop gaande houten schacht van een boom
Gangbaarheid
- Het woord boomstam staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boomstam' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.