boekhandel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boek·han·del
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boekhandel boekhandels
verkleinwoord boekhandeltje boekhandeltjes

Zelfstandig naamwoord

boekhandel m

  1. boekwinkel
    • De boekenredactie laat zich, bij het samenstellen van haar top-10, leiden door de verkoopcijfers van een aantal door haarzelf geselecteerde Nederlandse literaire boekwinkels. Specifieker, gaat het om de volgende 12 boekhandels: Athenaeum (Amsterdam) Schimmelpennink (Amsterdam) De Groene Waterman (Antwerpen) Van Kemenade & Hollaers (Breda) Paagman (Den Haag) Verkaaik (Gouda) Godert Walter (Groningen) H. de Vries (Haarlem) De Tribune (Maastricht) De Drvkkerij (Middelburg) Roelants (Nijmegen) Van Gennep (Rotterdam)[1] 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord boekhandel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Roderick Nieuwenhuis NRC 12 februari 2016
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.