boeg
Nederlands
Woordafbreking
- boeg
Zelfstandig naamwoord
boeg m
- (scheepvaart) de voorkant van een schip
- Als ik de haven van Philadelphia binnenrijd, torent de elegante boeg torenhoog boven de kade uit. Ik ben hier voor een bezoek aan de SS United States, een gigantisch stoomschip dat ooit het ultieme symbool was van reizen in grootse stijl. [3]
Uitdrukkingen en gezegden
- iets voor de boeg hebben
iets nog moeten doen of meemaken
- het over een andere boeg gooien
iets op een andere manier proberen te doen
Hyponiemen
- slagboeg, ziekenboeg
Afgeleide begrippen
|
Vertalingen
1. de voorkant van een schip
Gangbaarheid
- Het woord boeg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boeg' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.