boegbeeld
Nederlands
Woordafbreking
- boeg·beeld
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boeg en beeld
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boegbeeld | boegbeelden |
verkleinwoord | boegbeeldje | boegbeeldjes |
Zelfstandig naamwoord
boegbeeld o
- (scheepvaart) een beeld dat ter versiering aangebracht werd op de voorsteven van een schip
- Het schip had een zeemeermin als boegbeeld.
- overdrachtelijk een opvallend kenmerk van iets dat als voorbeeld, uithangbord of visitekaartje fungeert
- Dit merk is echt het boegbeeld van deze autofabrikant.
- (schertsend) iemands neus, vooral als deze nogal groot is
- Je zou toch met zo'n boegbeeld door het leven moeten!
Vertalingen
1. een beeld dat ter versiering aangebracht werd op de voorsteven van een schip
Gangbaarheid
- Het woord boegbeeld staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boegbeeld' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.