blauwzuur
Nederlands
Woordafbreking
- blauw·zuur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van blauw en zuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | blauwzuur | blauwzuren |
verkleinwoord | blauwzuurtje | blauwzuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
blauwzuur o [1]
- (scheikunde) een anorganische verbinding van waterstof, koolstof en stikstof, met als brutoformule HCN. Het is een buitengewoon giftige kleurloze tot zeer lichtblauwe vloeistof met een karakteristieke geur van amandelen
Afgeleide begrippen
- blauwzuurgas
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord blauwzuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'blauwzuur' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.