bivakmuts

Een bivakmuts.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·vak·muts
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘wollen muts die het hele gezicht behalve de ogen bedekt’ voor het eerst aangetroffen in 1915 [1]
  • samenstelling van  bivak   en  muts   [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bivakmuts bivakmutsen
verkleinwoord bivakmutsje bivakmutsjes

Zelfstandig naamwoord

bivakmuts v/m

  1. (kleding) een muts die het hele hoofd bedekt, nek inbegrepen, met openingen om door te kijken en te ademen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bivakmuts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.