bivakmuts
![](../I/m/Balaclava_3_hole_black.jpg)
Een bivakmuts.
Nederlands
Woordafbreking
- bi·vak·muts
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘wollen muts die het hele gezicht behalve de ogen bedekt’ voor het eerst aangetroffen in 1915 [1]
- samenstelling van bivak en muts [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bivakmuts | bivakmutsen |
verkleinwoord | bivakmutsje | bivakmutsjes |
Zelfstandig naamwoord
bivakmuts v/m
Vertalingen
1. een muts die tot onder de kin doorloopt met openingen om door te kijken en te ademen
Gangbaarheid
- Het woord bivakmuts staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bivakmuts' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.