bijstellen
Nederlands
Woordafbreking
- bijĀ·stelĀ·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en stellen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijstellen |
stelde bij |
bijgesteld |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
bijstellen
- overgankelijk een naar verhouding kleine verandering aanbrengen in de instelling van iets, meestal als aanpassing aan veranderde omstandigheden
- De prijzen moesten bijgesteld worden om de verandering in de olieprijs in rekening te brengen.
- Toen hij werkeloos werd moest hij zijn uitgavepatroon bijstellen.
- Hij moet de instellingen van Word bijstellen toen hij bij het nieuwe bedrijf ging werken.
Vertalingen
1. een naar verhouding kleine verandering aanbrengen in de instelling van iets
Gangbaarheid
- Het woord bijstellen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijstellen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.