bijdrage

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bijdrage    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Nederland) /ˈbɛːɪdraɣə/
    • (Vlaanderen) /ˈbɛːdraʝə/
Woordafbreking
  • bij·dra·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijdrage bijdragen
bijdrages
verkleinwoord bijdragetje bijdragetjes

Zelfstandig naamwoord

bijdrage v/m [2]

  1. wat men als zijn aandeel geeft tot een gemeenschappelijk doel
    • Zijn bijdrage aan de les is zeer beperkt, want meestal komt hij te laat en zit hij daarna te spelen met zijn telefoon. 
    • Een schone lucht levert een aanzienlijke bijdrage aan de volksgezondheid. 
Hyponiemen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
bijdragen

bijdrage

  1. (in een bijzin) enkelvoud tegenwoordige tijd aanvoegende wijs van bijdragen
    • ... dat men bijdrage. 

Gangbaarheid

  • Het woord bijdrage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.