biedermeier
Nederlands
Woordafbreking
- bie·der·mei·er
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘stijlperiode van’ voor het eerst aangetroffen in 1815 [1]
- samenstelling van bieder en meier [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | biedermeier | biedermeiers |
verkleinwoord | biedermeiertje | biedermeiertjes |
Zelfstandig naamwoord
biedermeier m
- een ronde bloemschikking met veel bloemen
- Een biedermeierbloemstuk komt zeer goed tot zijn recht als tafelstuk.
- (politiek) (filosofie) een kunstzinnige stroming in m.n. Duitsland en Oostenrijk in de 19e eeuw
- (maatschappij) mensen die de onder (2) genoemde stroming aanhangen
- Beethoven was het tegendeel van de biedermeier en was lang niet meer een mens van zijn tijd.[3]
Vertalingen
1. een ronde bloemschikking met veel bloemen
Gangbaarheid
- Het woord biedermeier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'biedermeier' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
53 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.