bezet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zet

Werkwoord

vervoeging van
bezetten

bezet

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van bezetten
  2. gebiedende wijs van bezetten
  3. voltooid deelwoord van bezetten
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van bezetten: de stam zonder -t omdat de stam al op -t eindigt en zonder ge- vanwege voorvoegsel [1]
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen bezetbezetterbezetst
verbogen bezettebezetterebezetste
partitief bezetsbezetters-

Bijvoeglijk naamwoord

bezet

  1. gedomineerd door de aanwezigheid van een vreemd leger
    • Er worden nederzettingen gebouwd in de bezette gebieden. 
  1. bezig, niet beschikbaar
    • Sorry! u kunt hier niet plaats nemen want deze plaats is al bezet. 
    • Kunt u nog even wachten, de dokter is nog bezet. 
Synoniemen
  • [2] in gesprek
Antoniemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bezet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.