bewijsstuk
Nederlands
Woordafbreking
- be·wijs·stuk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bewijs en stuk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bewijsstuk | bewijsstukken |
verkleinwoord | bewijsstukje | bewijsstukjes |
Zelfstandig naamwoord
bewijsstuk o
- (juridisch) een stuk waarin iets als waar wordt gesteld
- De politie vond vele bewijsstukken die duiden op moord.
Vertalingen
1. een stuk waarin iets als waar wordt gesteld
|
Gangbaarheid
- Het woord bewijsstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bewijsstuk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.