beseffen
Nederlands
Woordafbreking
- be·sef·fen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘goed begrijpen’ voor het eerst aangetroffen in 1287 [1]
- afgeleid van sap met het voorvoegsel be- met het achtervoegsel -en [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beseffen |
besefte |
beseft |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
beseffen
- overgankelijk het reëel bewust worden van iets, zich realiseren
- Henk besefte dat hij moest lopen toen de laatste trein voor zijn neus wegreed.
Synoniemen
- zich realiseren
Vertalingen
1. het reëel bewust worden van iets
Gangbaarheid
- Het woord beseffen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beseffen' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Middelnederlands
stamtijd | |||
---|---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd | voltooid deelwoord | |
enkelvoud | meervoud | ||
beseffen | besief besoef |
besieven | beseven |
klasse 6
klasse 7 |
volledig |
Werkwoord
beseffen
- «Dat hi cume in al sijn leven eenege siecheit heeft beseven.»
- Dat hij nauwelijks in zijn hele leven enige ziekte heeft ervaren.
- «Dat hi cume in al sijn leven eenege siecheit heeft beseven.»
Opmerkingen
- Historisch hoort het werkwoord in de zesde klasse.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.