proeven

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  proeven    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈpruvən/
Woordafbreking
  • proe·ven
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘keuren door te eten’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1200 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
proeven
proefde
geproefd
zwak -d volledig

Werkwoord

proeven

  1. overgankelijk onderzoeken hoe iets smaakt
  2. overgankelijk smaak waarnemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

proeven mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord proef

Gangbaarheid

  • Het woord proeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.