bemanning

bemanning van een Nederlandse onderzeeboot (O21)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·man·ning
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bemannen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord bemanning bemanningen
verkleinwoord bemanninkje bemanninkjes

Zelfstandig naamwoord

bemanning v

  1. de personen die het benodigde werk aan boord van een schip of vliegtuig verrichten
    • Op een passagiersschip zijn de bemanning en de passagiers strikt gescheiden. 
Verwante begrippen
  • scheepsbemanning
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bemanning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.