bemanning
Nederlands
Woordafbreking
- be·man·ning
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bemanning | bemanningen |
verkleinwoord | bemanninkje | bemanninkjes |
Zelfstandig naamwoord
bemanning v
- de personen die het benodigde werk aan boord van een schip of vliegtuig verrichten
- Op een passagiersschip zijn de bemanning en de passagiers strikt gescheiden.
Verwante begrippen
- scheepsbemanning
Vertalingen
1. de personen die het benodigde werk aan boord van een schip of vliegtuig verrichten
|
|
Gangbaarheid
- Het woord bemanning staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bemanning' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.