belangeloos

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·lan·ge·loos
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen belangeloosbelangelozerbelangeloost
verbogen belangelozebelangelozerebelangelooste
partitief belangeloosbelangelozers-

Bijvoeglijk naamwoord

belangeloos

  1. zonder geldelijke belangen, onbaatzuchtig
    • Hij levert een belangeloze bijdrage aan het wikiwoordenboek. 
  1. uit liefdadigheid
    • Zij werkt volkomen belangeloos mee aan de kledinginzameling voor vluchtelingen. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord belangeloos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.