onbaatzuchtig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • on·baat·zuch·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen onbaatzuchtigonbaatzuchtigeronbaatzuchtigst
verbogen onbaatzuchtigeonbaatzuchtigereonbaatzuchtigste
partitief onbaatzuchtigsonbaatzuchtigers-

Bijvoeglijk naamwoord

onbaatzuchtig

  1. eigen voordeel verwaarlozend ten behoeve van anderen
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord onbaatzuchtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.