beklemd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·klemd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van beklemmen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen beklemdbeklemderbeklemdst
verbogen beklemdebeklemderebeklemdste
partitief beklemdsbeklemders-

Bijvoeglijk naamwoord

beklemd [1]

  1. van verschillende kanten vastgeknepen
  2. beangst, benauwd
Verwante begrippen
Antoniemen
  • onbeklemd
Afgeleide begrippen
  • beklemdheid
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
beklemmen

beklemd

  1. voltooid deelwoord van beklemmen

Gangbaarheid

  • Het woord beklemd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.