begeleider
Nederlands
Woordafbreking
- be·ge·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van begeleiden met het achtervoegsel -er
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | begeleider | begeleiders |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
begeleider m
- iemand die een ander begeleidt (vergezelt) (ook (muziek))
- iemand die een ander met raad en daad bijstaat, een coach
- (astronomie) hemellichaam dat een grotere ster begeleidt
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
|
|
|
Gangbaarheid
- Het woord begeleider staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'begeleider' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.