beeldspraak
Nederlands
Woordafbreking
- beeld·spraak
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van beeld en spraak
1 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | beeldspraak | - |
verkleinwoord | - | - |
2 | enkelvoud | meervoud |
---|---|---|
naamwoord | beeldspraak | beeldspraken |
verkleinwoord | beeldspraakje | beeldspraakjes |
Zelfstandig naamwoord
beeldspraak m/v
- (taalkunde) het uiten van een gedachte of begrip met beelden
- Leg uit wat er is en geef ons niet zo'n vage beeldspraak.
- een troop, een figuurlijke uitdrukking
- In die tekst zaten allerlei soorten beeldspraken.
- De minister zei dat Nederland "overspoeld" wordt door vreemdelingen is een vorm van beeldspraak want alleen vloeistoffen kunnen spoelen en vreemdelingen zijn geen vloeistof.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord beeldspraak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beeldspraak' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.