becijferen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·cij·fe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
becijferen
becijferde
becijferd
zwak -d volledig

Werkwoord

becijferen

  1. overgankelijk uitrekenen
    • Dat werd becijferd op drie miljoen euro. 
  1. overgankelijk door cijfers aanwijzen
  2. overgankelijk (muziek) notaties door cijfers aangeven
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord becijferen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.