becijferde
Nederlands
Woordafbreking
- be·cij·fer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
becijferen |
becijferde
- enkelvoud verleden tijd van becijferen
- Ik becijferde.
- Jij becijferde.
- Hij, zij, het becijferde.
- Ik becijferde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.