banketbakker

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ban·ket·bak·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord banketbakker banketbakkers
verkleinwoord banketbakkertje banketbakkertjes

Zelfstandig naamwoord

banketbakker m

  1. (beroep) een bakker die voornamelijk taarten, klein gebak en chocolade maakt
    • De banketbakker verdiende veel geld in de stad. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord banketbakker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Nedersaksisch

Zelfstandig naamwoord

banketbakker

  1. (beroep) banketbakker; een bakker die voornamelijk taarten, klein gebak en chocolade maakt


Veluws

Zelfstandig naamwoord

banketbakker

  1. (beroep) banketbakker; een bakker die voornamelijk taarten, klein gebak en chocolade maakt
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.