bama

Nederlands

Uitspraak

v/m en m:

  • Geluid:  bama    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbama/

v:

  • Geluid:  bama    (hulp, bestand)
  • IPA: /baˈma/
Woordafbreking
  • ba·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bama bama's
verkleinwoord

bama v/m

  1. stelsel of opleiding van hoger onderwijs waarbij in vakgebieden de graad van bachelor en master kan worden behaald
Verwante begrippen
  • bamastelsel
  • bamastructuur
enkelvoud meervoud
naamwoord bama bama's
verkleinwoord (bamaatje) (bamaatjes)

bama m

  1. kinderen die zich samen met andere volwassenen dan hun ouders melden als vluchteling
enkelvoud meervoud
naamwoord bama bamot
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bama v

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) podium
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
9 %van de Nederlanders;
25 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.