bama
Nederlands
Uitspraak
v/m en m:
v:
Woordafbreking
- ba·ma
Woordherkomst en -opbouw
- v/m (verkorting) bachelor-master
- m (letterwoord) begeleide alleenstaande minderjarige asielzoeker
- v Hebreeuws בָּמָה (bama) [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bama | bama's |
verkleinwoord |
bama v/m
- stelsel of opleiding van hoger onderwijs waarbij in vakgebieden de graad van bachelor en master kan worden behaald
Verwante begrippen
- bamastelsel
- bamastructuur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bama | bama's |
verkleinwoord | (bamaatje) | (bamaatjes) |
bama m
- kinderen die zich samen met andere volwassenen dan hun ouders melden als vluchteling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bama | bamot |
verkleinwoord |
Gangbaarheid
- Het woord bama staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bama' herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
25 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.