bima
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- bi·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bima | bima's (vernederlandst Hebreeuws) bimot (Hebreeuwse uitspraak) |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bima m
Synoniemen
- bieme (Jiddisj)
Gangbaarheid
- Het woord bima staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bima' herkend door:
9 % | van de Nederlanders; |
6 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.