bima

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bima    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • /ˈbima/ (vernederlandst Hebreeuws)
    • /biˈma/ (Hebreeuwse uitspraak)
Woordafbreking
  • bi·ma
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bima bima's (vernederlandst Hebreeuws)
bimot (Hebreeuwse uitspraak)
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bima m

  1. (Jiddisch-Hebreeuws) verhoogd platform in de synagoge, waar de chazan staat en de Tora wordt voorgelezen
Synoniemen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bima staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
9 %van de Nederlanders;
6 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Stichting Hebreeuwse en Jiddisje woorden in het Nederlands
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.