baldadig
Nederlands
Woordafbreking
- bal·da·dig
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘roekeloos, uitgelaten’ voor het eerst aangetroffen in 1732 [1]
- Samenstellende afleiding van bal (slecht) en daad met het achtervoegsel -ig [2]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | baldadig | baldadiger | baldadigst |
verbogen | baldadige | baldadigere | baldadigste |
partitief | baldadigs | baldadigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
baldadig
- Je hebt je handen zeker vol aan dat baldadige kind, of niet?
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord baldadig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'baldadig' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.