bakkes

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bak·kes
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘gezicht’ voor het eerst aangetroffen in 1546 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord bakkes bakkesen
verkleinwoord bakkesje bakkesjes

Zelfstandig naamwoord

bakkes o [3]

  1. (informeel) gezicht
  2. (informeel) mond
Hyponiemen
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bakkes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.