azijn
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: azijn (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /aˈzɛɪn/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /aˈzɛːn/
Woordafbreking
- azijn
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vloeistof uit azijnzuur en water’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | azijn | azijnen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
azijn m
- (scheikunde) (voeding) verdund azijnzuur verkregen door oxidatie van verdunde alcohol, dat wordt gebruikt om voedsel smaak te geven of te conserveren
- Olie en azijn worden gebruikt om een salade op smaak te brengen.
Verwante begrippen
Hyponiemen
|
|
|
|
Afgeleide begrippen
|
|
|
|
Vertalingen
1. verdund azijnzuur verkregen door oxidatie van verdund alcohol
|
|
Gangbaarheid
- Het woord azijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'azijn' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.