azijn

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  azijn    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /aˈzɛɪn/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /aˈzɛːn/
Woordafbreking
  • azijn
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘vloeistof uit azijnzuur en water’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1285 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord azijn azijnen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

azijn m

  1. (scheikunde) (voeding) verdund azijnzuur verkregen door oxidatie van verdunde alcohol, dat wordt gebruikt om voedsel smaak te geven of te conserveren
    • Olie en azijn worden gebruikt om een salade op smaak te brengen. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • azijnfabrikant
  • azijnfles
  • azijngeest
  • azijngisting
  • azijnhonig
  • azijnhoning
  • azijnhout
  • azijnlucht
  • azijnmaken
  • azijnmaker
  • azijnmakerij
  • azijnsteek
  • azijnstel
  • azijnstoker
  • azijnstokerij
  • azijnvaat
  • azijnvat
  • azijnvlieg
  • azijnvormer
  • azijnwater
  • azijnzeiker
  • azijnzuur
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord azijn staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.