steevast
Nederlands
Woordafbreking
- stee·vast
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘bestendig’ voor het eerst aangetroffen in 1401 [1]
- samenstelling van stee en vast [2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | steevast |
verbogen | steevaste |
partitief | steevasts |
Bijvoeglijk naamwoord
steevast
- vast, onveranderbaar
- Ze zitten vastgeroest in de steevaste overtuiging dat het ooit nog eens gaat gebeuren.
- Het was mijn steevaste voornemen om nooit meer te gaan roken.
Bijwoord
steevast
- altijd, steeds maar weer
- Hij komt steevast te laat.
Gangbaarheid
- Het woord steevast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'steevast' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.