autoweg

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to·weg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord autoweg autowegen
verkleinwoord autowegje
autoweggetje
autowegjes
autoweggetjes

Zelfstandig naamwoord

autoweg m

  1. (verkeer) een weg waarop alleen gemotoriseerd verkeer zoals auto's, motorfietsen en vrachtauto's wordt toegelaten en waar voor dat verkeer toepasselijke voorzieningen zijn aangebracht
    • Op een autoweg waar je 100 km per uur mag rijden zie je groene streep in het midden van de weg. 
    • Een autosnelweg is een autoweg met gescheiden rijbanen en ongelijkvloerse kruisingen. 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord autoweg staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.