aspect

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  aspect    (hulp, bestand)
  • IPA: /ɑsˈpɛkt/
Woordafbreking
  • as·pect
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanzicht, uitzicht in de toekomst, verschijningsvorm’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1842 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord aspect aspecten
verkleinwoord aspectje aspectjes

Zelfstandig naamwoord

aspect o

  1. een kant of zijde (aan een kwestie of object, om te beschouwen)
    • Er is nog een ander belangrijk aspect aan deze zaak. 
    • Dit probleem kent vele aspecten, waarvan sommige conflicteren 
  1. visie
    • Een aspect dat meegewogen moet worden, is uw mening 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord aspect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

enkelvoud meervoud
aspect aspects

Zelfstandig naamwoord

aspect

  1. aspect
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.