aspect
Nederlands
Woordafbreking
- as·pect
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘aanzicht, uitzicht in de toekomst, verschijningsvorm’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1842 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | aspect | aspecten |
verkleinwoord | aspectje | aspectjes |
Zelfstandig naamwoord
aspect o
- een kant of zijde (aan een kwestie of object, om te beschouwen)
- Er is nog een ander belangrijk aspect aan deze zaak.
- Dit probleem kent vele aspecten, waarvan sommige conflicteren
- visie
- Een aspect dat meegewogen moet worden, is uw mening
- Een aspect dat uw aandacht verdient
Vertalingen
1. een kant of zijde
Gangbaarheid
- Het woord aspect staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'aspect' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.