arbeidsreserve
Nederlands
Woordafbreking
- ar·beids·re·ser·ve
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van arbeid en reserve met het invoegsel -s- [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | arbeidsreserve | arbeidsreserves |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
arbeidsreserve v/m [2]
- (economie) (eufemisme) de groep van mensen die betaald werk kunnen en willen doen maar niet of nog niet werken
- Verlies van duizenden banen dreigt ook in de zonne-energiebranche. Oorzaak: concurrentie vanuit China en weggevallen staatssubsidies. Werknemers van de luchtvaartmaatschappij Lufthansa staken. Donderdag wordt bekend dat het aantal werklozen met bijna dertigduizend is gestegen. In economische termen heet dat een arbeidsreserve. En dat is positief. Op individueel niveau zijn het dertigduizend rampen.[3]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord arbeidsreserve staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- arbeidsreserve op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Frank Vermeulen 1 september 2012
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.