aprovechar

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • a·pro·ve·char

Werkwoord

aprovechar

stamtijd
infinitief verleden
tijd
voltooid
deelwoord
aprovechar
aprovechaba
aprovechado
volledig
  1. onovergankelijk helpen, baten, van nut zijn
  2. vooruitgaan, vorderen, vooruitkomen vorderingen maken
  3. overgankelijk benutten, gebruiken, gebruikmaken van
  4. uitbuiten, misbruik maken van
  5. ontginnen, exploiteren
Verwante begrippen
Synoniemen

Verwijzingen

    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.