antedateren
Nederlands
Woordafbreking
- an·te·da·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘voorzien van vroegere dagtekening’ voor het eerst aangetroffen in 1668 [1]
- Afgeleid van dateren met het voorvoegsel ante-. [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
antedateren |
antedateerde |
geantedateerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
antedateren
- inergatief van een eerdere datum zijn
- Het vrij verkeer van personen antedateert het ontstaan van de verzorgingsstaat.
- overgankelijk een eerdere datum op een document schrijven dan die van de huidige dag
- De deurwaarder, die een dagvaarding antedateert, handelt onrechtmatig.[3]
Vertalingen
2. een eerdere datum op een document schrijven dan die van de huidige dag
Gangbaarheid
- Het woord antedateren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- "antedateren" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- antedateren op website: Etymologiebank.nl
- blz 31, Nederlands burgerlijk procesrecht
H.J. Snijders, C.J.M. Klaassen, G.J. Meijer
Uitgeverij Kluwer, 2007
ISBN 9013035043, ISBN 9789013035049
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.