ambachtsgezel

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • am·bachts·ge·zel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ambachtsgezel ambachtsgezellen
verkleinwoord ambachtsgezelletje ambachtsgezelletjes

Zelfstandig naamwoord

ambachtsgezel m

  1. (beroep) leerling/ambachtsman die de basisvaardigheden van een ambacht beheerste maar de graad van meester nog niet heeft verkregen

Gangbaarheid

  • Het woord 'ambachtsgezel' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.